Artikelen

IFFR 2023 Reflecties 2: Amalric, Guido van der Werve en een lieve ezel

IFFR banieren, c. IFFR foto Jan de Groen

Rotterdam is voor tien dagen lang de filmhoofdstad van Europa. Overal hangen vlaggen en banieren met het IFFR logo erop. Op het centraal station staat een grote witte box met een video-installatie. Ook in het Depot van Boymans staat een kunstwerk ‘Sunshine State’ van Steve Mc Queen. Vandaag over films van twee Fransen, een Hollander en een Oostenrijker.

Vorig jaar was er een grote tentoonstelling over beeldend kunstenaar Guido van der Werve in filmmuseum Eye. Daar waren enkele fragmenten te zien van zijn eerste feature film ‘Nummer 18’.Dat smaakte naar meer.  Van der Werve nummert al zijn werken chronologisch.

Guido van der Werve (1977) is een bijzonder en authentiek talent. Hij studeerde onder andere aan de Rietveld Academie en beeldende kunsten aan de Rijksacademie in Amsterdam. Hij is erg veelzijdig, hij sport op hoog niveau, is pianist, componeert en maakt eigenzinnige visuele kunst. Bovendien heeft hij een heerlijke droge humor.

* Foto Guido van der Werve.(midden)

Autofictie

In Nummer 18, die meedoet aan de Tiger competitie, zien we hem revalideren van een zwaar fietsongeluk in Berlijn. Een taxichauffeur doet opeens zijn deur open, Guido botst in volle vaart er tegen aan, slaat over de kop en wordt geraakt aan zijn hoofd door een passerende bus. Twee maanden later ontwaakt hij uit een diep coma. Wonder-boven-wonder herstelt hij, mede doordat hij altijd veel sport heeft beoefend. Hardlopen, marathons en een zware triathlon. Dat intensieve sporten is veroorzaakt door zijn opvoeding, waardoor hij een minderwaardigheidscomplex heeft en wil compenseren.

In deze hyper-originele film, die hij zelf ‘autofictie’ noemt, zie we van der Werve zwemmen, looptraining- en praatoefeningen doen, in een speciaal traject. Van der Werve moet alles stap voor stap opnieuw leren.

De vorm van Nummer 18 is ook bijzonder. Met deels eigen gecomponeerde zang, klassieke koren, een klein meisje als verteller en geënsceneerde drama scènes uit zijn jeugd. Zijn vader is wat afwezig en zijn moeder behoorlijk neurotisch. Vader Kees kan prachtig schilderen, enkele werken dienen als intermezzo’s  in de film.

Nummer 18 is een unieke, urgente en universele film.

Le Formiche di Mida

Ook origineel en zeker onconventioneel is ‘Formiche di Mida’ (De Mieren van Midas) van de Oostenrijker Edgar Honetschlӓger. De enige andere Oostenrijkse filmmaker die ik ken, is Nikolaus Geyrhalter van de documentaire ‘Our Daily Bread’. De film van Honetschläger is een visueel verbluffende mythische film, maar de structuur is tamelijk onsamenhangend. De aanleiding is de mythologische figuur Phaeton, zoon van Helios, die zijn zonnewagen bestuurt, hij wijkt af van zijn gewone route. Dit veroorzaakt een catastrofe.  Fraaie microbeelden van de natuur, pratende miertjes en reciterende personages.

En een rustig vaak terugkerende observerende ezel, een nobel dier om verliefd op te worden. Het mooie dier doet me denken aan ‘Au Hasard Balthazar, het meesterwerk van Robert Bresson. Over het leven van een ezel, van uitbuiting, misbruik, een liefdevolle behandeling tot aan zijn dood te midden van een kudde schapen. Erg ontroerend!

* Mathieu Amalric in Q en A.

Mange ta Soupe!

De debuutfilm van de Fransman Mathieu Amalric (1965). Vorig jaar was zijn film ‘Hold Me Tight’ (Vicky Krieps) in Rotterdam te zien. Jaren geleden zag ik zijn thriller in IFFR , spelend in de Zwitserse Alpen: ‘L’Amour est un Crime Parfait’.

‘Mange ta Soupe’(1997) is gedeeltelijk autobiografisch over een jongeman die zijn moeder na lange tijd opzoekt. Zij is een bazige vrouw, die haar volwassen zoon stevig betuttelt. Moeder is omringd door overal aanwezige stapels boeken in het huis. Zij is een literatuur criticus vandaar. Op een gegeven moment komt zijn vrouw met klein zoontje op bezoek. Net als de zoon botst zij heftig met haar schoonmoeder. Zij wordt gespeeld door Amalric’s ex-vrouw, de expressieve en knappe Jeanne Balibar.

Arnaud Desplechin

Zoals Amalric in de vragensessie na afloop vertelt, gaat het in wezen om een disfunctionele familie. Door de humor in de film verandert Amalric iets tragisch in iets komisch. Die lichtvoetigheid is typisch Frans. Voor het eerst zag ik Mathieu Amalric in ‘Comment je suis Dispute…( ma vie Sexuelle)’ van Arnaud Desplechin. Vanaf dat moment ben ik een bewonderaar van zijn acteren en regisseren. A man to watch!

* Logo IFFR 2023

Voyages en Italie

Vermakelijk en onderhoudend is ‘Voyages en Italie’ van de Française Sophie Letourneur(1978). Zij speelt zelf overtuigend een van de hoofdrollen, zij heeft een relatie met de tegendraadse musicus Philippe  Katerine, die lijkt op de acteur Henry Jaglom. Hij laat merken dat hij liever niet op vakantie gaat en verstuikt zijn enkel vlak voordat zij vertrekken. Zij verdenkt hem van sabotage.

Na lang dubben en kibbelen besluiten ze naar Sicilië te gaan. De film is wel grappig doordat de twee geliefden elkaar telkens op de proef stellen. Ze beklimmen een vulkaan, maar halverwege krijgt zij hoogtevrees en wordt gered door enkele stoere Italianen. Haar man is ‘not amused’.  Maar heel veel voegt de film niet toe aan de meeste roadmovies die we al kennen. Het spel is naturel, maar de film kabbelt en echt goed leer je de personages toch niet kennen.

Springlevend

Het is fijn te zien dat het 52e International Film Festival Rotterdam weer springlevend is, na de Corona en de stevige reorganisatie binnen het festival.  Vanavond zijn er diverse prijsuitreikingen, zoals de Tiger competitie(Guido van der Werve!) en de Big Screen Award.

https://youtu.be/byTVmFmu0zI 

  • Foto’s behalve van de IFFR banieren Jaap Mees.

Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -