Mees Peijnenburg (1989) maakt zijn debuut feature film met Paradise Drifters. Een zeer intense film over drie jonge mensen die zwaar beschadigd zijn door het leven. Sinds de indrukwekkende film ‘The Tree of Life’ van Terrence Malick, heb ik niet meer s-nachts uren wakker gelegen van een film. De intense beelden gaan onder de huid zitten. De film is te vergelijken met indringende films als ‘Biutiful’ van Alejandro González Ináritu (een inspiratiebron voor Peijnenburg) en het Franse La Haine van Mathieu Kassovitz, over jongeren uit de buitenwijken van Parijs die in opstand komen.
Schreeuw
Yousef (Bilal Wahib) komt net uit een jeugdinrichting en heeft geen familie meer. Chloe (Tamar van Waning) is zwanger van haar stiefvader en wordt gestuurd naar Barcelona. Lorenzo(Jonas Smulders) probeert met het verkopen van drugs te overleven. Mees Peijnenburg liet zijn niet geringe talent al eerder zien met films als ‘Cowboys janken ook’, ‘Een gat in mijn hart’ en de One Night Stand ‘Geen Koningen in ons bloed’ (Gouden Kalf). Wat deze film zo goed maakt is dat Peijnenburg de grote intensiteit van de eerste tot de laatste scene weet vast te houden. De film begint met een schreeuw van Yousef en eindigt met een dubbele schreeuw van Chloe en Lorenzo tijdens een reis langs de weg. Peijnenburg heeft zich nauwgezet verdiept in de jeugdzorg, dat komt duidelijk naar voren in de film.
Intensiteit
Het spel is buitengewoon goed en intens van alle drie de personages. Yousef heeft weinig dialoog in de film, maar zijn aanwezigheid is groot en zijn blik doordringend. Chloe wordt krachtig en met totale overgave gespeeld door Tamar. En Lorenzo uit zijn gevoelens moeilijk, maar je voelt en ziet dat de emoties branden bij hem. De grote intensiteit van de film wordt niet alleen door het vlammende spel veroorzaakt, maar ook door de cameravoering van Jasper Wolf. Hij zit de personages dicht op de huid. Een derde element dat bijdraagt tot de intensiteit is het draaien in rauwe buitenwijken in Marseille en Barcelona.
Hollandse Golf
Er is een nieuwe Hollandse Golf ontstaan, een generatie uitstekende filmmakers als onder andere Morgan Knibbe ( Those Who Feel the Fire Burning), Ena Sendijarevic (Take Me Somewhere Nice), Sam de Jong (Prins) en Mees Peijnenburg. Met veel gevoel, flair en empathie maakt Mees mijns inziens de beste Nederlandse film sinds ‘Those Who Feel the Fire Burning’(2014) en Beyond Sleep (2018) van Boudewijn Koole.
Art of Cinematography
Eerder op de dag zag ik de uiterst interessante documentaire ‘Filmmakers and the Art of Cinematography’. Gemaakt door Sophie Kill( Duitsland), Henning Rӓdlein(Duitsland) en An Tran (Amerika). Een reeks van bekende en minder bekende cinematographers, vooral mannen en enkele vrouwen, komen aan het woord. We horen en zien Christopher Doyle van de Wong Kar Wai films en de stilist onder de director of photography’s Vittorio Storao. Hij werkte onder veel meer ander werk aan films van Bernardo Bertolucci als The last Emperor en Il Conformista.
Ook Rachel Morrison (Black Panther) geeft een scherpe en betrokken analyse van haar vak. De legendarische Ed Lachman maakt zijn opwachting en filosofeert over de grote betekenis van het licht, de compositie en de camera instelling voor iedere film. Diverse thema’s komen aan het woord in deze in stijlvol zwart wit gedraaide film. Regisseurs Wim Wenders en Ang Lee mijmeren over de essentiële samenwerking van de cameraman/-vrouw met de regisseur. De opkomst van de digitale camera, een verlies in pixels, maar winst in vrijheid van filmen en een democratisering van de filmkunst. De camera is meer dan een registrerend apparaat, het is vaak een trouwe vriend voor de cinematographer, zoals de viool of de cello is voor de musicus.
Copyrights foto’s IFFR.
-
Waardeer dit artikel
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.